Afgelopen week was ik bij een lezing waarin Lammert Kamphuis (filosoof), vanuit een filosofisch standpunt uitlegde hoe dat gevoel van ‘flow’ en werkgeluk tot stand komen.
Er zijn van die momenten in je leven dat je voelt dat je ‘flow’ ervaart. Dit wordt het best omschreven als een mentale toestand waarin een persoon volledig opgaat in zijn of haar bezigheden en een gevoel heeft dat op “wind in de rug hebben” lijkt. Dat is een prettig gevoel en heeft vaak met werk te maken. Werk is een belangrijk onderdeel van ons leven. Waar het vroeger misschien werd ervaren als een straf (van God zelfs voor streng Christelijke mensen) is het nu meer onderdeel van ons leven en een bron van geluk.
Kamphuis begon bij Aristoteles:
“Energie, is de energie die ontstaat als een mens zijn potentie aan het verwezenlijken is”.
Daarna haalde hij, psycholoog Mihaly Csikszentmihalyi aan.
Volgens Csikszentmihalyi kan het gevoel van flow gekenmerkt worden door tenminste een aantal van de volgende zes kenmerken
- Concentratie.
- Extase.
- Volledig op gaan in de activiteit, men vergeet zichzelf en de tijd.
- Geeft een gevoel van zorgeloosheid.
- Er is een evenwicht tussen de eigen vaardigheid en de uit te voeren activiteit: de bezigheden zijn heel uitdagend echter nét niet te moeilijk om met succes uit te voeren
- Er is sprake van intrinsieke motivatie, iemand vindt het erg leuk om te doen.
Er vindt dus, zo legde Kamphuis uit, ook vaak een verschuiving plaats van wat voor soort werkzaamheden het gevoel van ‘Flow’ oproepen. Dit heeft te maken met dat de verhouding tussen ‘wat iemand kan’ en ‘wat als een uitdaging wordt ervaren’ verschuift doordat we, door herhaling, beter worden in ons werk. De uitdaging verminderd als we een taak vaker doen.
Vervolgens had Kamphuis het over Karl Marx. Volgens Marx zijn wij mensen behalve homo faber, oftewel de denkende mens, ook de spelende mens homo ludens. En dat spelelement belangrijk blijft voor werkgeluk. Spel heeft te maken met het los laten van strakke doelgerichtheid en het ontmoeten van andere mensen waarmee we een band voelen. Het zijn momenten waarin we nieuwe inspiratie vinden waardoor we nieuwe wegen inslaan. Als je het vergelijkt met kinderen in een zandbak, is dat het moment waarop een kind een stukje hout vindt, dat vervolgens een bootje wordt en via de net door een ander kind aangelegde ‘rivier’ vaart.
Filosofe, Hanna Ahrends heeft het in haar werk over 3 soorten werk;
- Arbeid, taken die men steeds moet herhalen taken (afwas, schoonmaken etc.).
- Werken, taken die tot een duurzaam resultaat leiden.
- Handelen, werkzaamheden die leiden tot iets nieuws. Zij noemt in deze ook de term; Nataliteit (geboren worden).
Kamphuis’ geeft dus aan dat om geluk in het werk te vinden en blijven vinden er nogal wat factoren zijn die daar invloed op hebben.
De vragen die inzicht kunnen geven als we merken dat onze werkmotivatie vermindert, zijn:
- Voelt u zich nog uitgedaagd door uw werk?
- Is er een ‘verbinding’ met wat u werkelijk boeit of belangrijk vindt?
- Bent u in uw werk nog weleens ‘aan het spelen’?
- En ontstaan er nog nieuwe resultaten uit wat u doet, of bestaat uw werk grotendeels uit herhalen van vaardigheden die u allang beheerst?
Ik realiseerde me, dat wij, binnen Re-employ bezig zijn mensen te helpen de antwoorden op deze vragen te laten vinden. We helpen ze te ontdekken waar hun passie, kracht en uitdaging ligt. En vervolgens hebben we een tactiek om ze ook daadwerkelijk zo’n werkplek te helpen vinden.