Skip to main content

Ik ben wie ik ben
Ik ben wie ik wil zijn

Verhalen horen voor mij bij coaching. De stappen die je zet op je levenspad en de keuzes die je maakt: ze zijn verbonden met persoonlijke ervaringen. Of het nou gaat om drijfveren of omkeren, om ontwikkelen of ontmoeten, om besparen of bewaren. Als ervaren ondernemer, coach en aanjager van werkvermogen heb ik inmiddels een flinke persoonlijke verhalenbundel opgebouwd.

Vandaag deel ik er een over het maken van eigen keuzes.

In mijn praktijk kom ik regelmatig mensen tegen die zijn vastgelopen. Die niet meer geloven in hun eigen kracht, potentie en perspectief. Maar het verlies van geloof in je eigen keuzes en eigen kunnen, dát is wat mensen klein houdt en onmachtig maakt. Het zorgt ervoor dat ze het roer niet in eigen handen nemen, en zich maar voegen naar wat er op hun pad komt. Ze zijn slachtoffer geworden van hun eigen denken en lijken voor elke oplossing een probleem te hebben.
Ik herken dat vooral in de woorden die mensen gebruiken.

‘Ik ben nu eenmaal wie ik ben.’
‘Het is wat het is.’
‘Oh… dat overkomt mij weer.’
‘Zie je nou wel…’
‘Dat werkt bij mij niet.’
‘Het wordt toch niks.’

Juist met hen werk ik graag aan nieuw perspectief.

Geen slachtoffer

De titel van dit verhaal heb ik bewust aangepast. Je bent niet wie je bent. Je bent wie je wilt zijn. Je wordt niet als slachtoffer geboren. Natuurlijk heb je op veel zaken geen of heel weinig invloed. Wereldvrede. Rampen. Politiek. Het weer…
Maar je hebt eindeloos veel invloed op hoe jij in het leven staat. Hoe je omgaat met dat wat er op je pad komt. Met de dingen die om je heen gebeuren.

Mensen verwijten mij dan weleens ‘Ja, jij hebt makkelijk praten.’ Ze zien mij als een stevige persoonlijkheid, die weet wat hij wil. Die zijn eigen koers vaart. Dat klopt wel, maar dat is lang niet altijd zo geweest. Ook ik heb moeten zoeken en leren van vallen en opstaan.

Schuld, straffen en schaamte

Ik ben geboren in Limburg en groeide op in het katholieke Noord-Brabant. De nonnen en broeders op mijn basisschool in Helmond hadden, met uitzondering van broeder Carlos, totaal geen opvoedkundige kwaliteiten. Schuld, straffen en schaamte, dat was waar ze goed in waren. Ik kan me herinneren dat ik als klein ventje op school in mijn broek had geplast. Een ongelukje zoals dat heet. Maar zo ging broeder Almerus daar zeker niet mee om. Ik werd door hem, samen met maar liefst 6 medeleerlingen, naar huis begeleid om me te verschonen. Het bizarre is dat niemand daar raar van opkeek. Het vreselijke schaamtegevoel kan ik nog zo voelen. Maar het is niet meer van mij. Ik heb het daar weten te leggen waar het hoort. Niet bij mij, maar bij die vreselijke nonnen en broeders.

Maar daar mocht je destijds vooral niks tegen doen en het zeker ook niet over hebben. Praten met een dubbele tong, dat hoorde zeker in die tijd, bij de Brabantse volksaard. Naar buiten toe gezellig met een zachte g. Maar ondertussen… Wat je écht denkt of voelt, dat blijft verborgen. Daar moet je het vooral niet over hebben.

Fietstaxi en boksbal

In de bovenbouw van de basisschool voelde ik haarfijn aan hoe het zat met onderlinge verhoudingen in de klas. Wie waren de pesters, meelopers en kwetsbaren? Mijn tactiek was iedereen te vriend te houden. Niet door me onzichtbaar te maken, maar juist door naar voren te stappen. Door onbewust, en soms juist bewust, te pleasen en indruk te maken. Na schooltijd sjeesde ik bijvoorbeeld naar huis, om mijn fiets te halen. Dan kwam ik als de wiedeweerga terug naar het schoolplein en bood ik mijn diensten aan als fietstaxi. ‘Wie wil er achterop?’ Om beurten stapten de jongens op en croste ik ze naar hun bestemming. Dat deed ik zelfs voor jongens waar ik best een beetje bang voor was.

Die tactiek gebruikte ik ook als het ging om mijn fysieke problemen. Rond mijn 10e constateerden artsen dat mijn romp wat scheefgroeide. De oplossing? Je kunt het je niet meer voorstellen, maar het werd een ijzeren beugel om mijn borstkas. Een soort harnas. Bij de fysio werd regelmatig mijn hele romp gedrild, waarna de schroeven her en der weer wat werden aangedraaid. Je begrijpt dat ik niet uitkeek naar het omkleden bij gym. Zo’n raar harnas was natuurlijk één grote uitnodiging voor pesters. Daar had ik iets op bedacht; ik wist dat ik iets moest doen om de pesters vóór te zijn.

Ik koos ervoor om de grote stoere jongens op mijn stalen beugel te laten meppen. In mijn gymkleding stond ik voor ze: ‘Kom dan. Toe maar. Sla zo hard als je kan’. Eerst waren ze verbaasd, wat moesten ze daar nou mee? Maar ik bleef ze uitdagen. Als ze uiteindelijk wél sloegen, dan begon ik keihard te lachen. Zij hadden een zere vuist en ik voelde niks. Dat maakte een behoorlijk ruige indruk. ‘Die Peter is wel een apart ventje’, dat was hun oordeel. En dat was positief.

In spannende situaties kiezen voor een plan en niet af te wachten, dát is echt iets voor mij. Mensen die mij kennen, zullen dat direct beamen. Het bijzondere is dat ik daar absoluut niet mee ben opgevoed.

Asociaal is positief

Ondertussen betekent het dat als een situatie niet ok is voor mij, en ik er geen invloed op heb, ik er geen onderdeel van wil zijn. Ik wil er niet bij horen. Eigenlijk ben ik steeds asocialer geworden. En daar ben ik blij mee. Ik pas me niet aan. Ik ga mijn eigen gang. En gaat dat niet? Is de sociale druk te groot? Dan trek ik mijn eigen plan of vertrek ik. En daar heb ik totaal geen rotgevoel over. Complexe gevoelens en vragen in mijn hoofd als ‘Wat moet ik doen of juist laten om erbij te horen? Wat is hier gepast en gewenst?’, daar pas ik voor. Die wil ik gewoon niet meer.

Dit zijn keuzes die ik zelf heb gemaakt. Mensen helpen met kiezen en het bieden van perspectief, dát is wat mijn werk zo mooi maakt. Daar horen vragen bij als ‘Voor wie doe je wat je doet?’ Doe je het voor jezelf, of ben je vooral bezig om anderen te pleasen? Je ouders, partner, collega’s…?’

Natuurlijk volgt daarna de vraag ‘Wat wil jij eigenlijk?’ ‘Wat is jouw pad en welke berg wil jij zelf beklimmen?’. Ik gun het je enorm om jezelf voorop te zetten. Om te geloven in je eigen kracht en kunnen. Om te luisteren naar je eigen stem. Er is namelijk veel meer mogelijk dan je denkt.

Zo kom ik bij een stukje uit de inauguratiespeech van Nelson Mandela. Zijn woorden raken mij nog steeds.

“Our deepest fear is not that we are inadequate.
Our deepest fear is that we are powerful beyond measure.
It is our light, not our darkness that most frightens us.
We ask ourselves-who am I to be brilliant, gorgeous, talented and fabulous?
Actually, who are you not to be?”

Eigen kracht en eigen kunnen

Wil jij ook ontdekken wat je in je mars hebt?

Een van mijn coachees beschreef haar ervaring als volgt: ‘Door Peter heb ik echt durven kijken naar mezelf en leren luisteren naar mijn hart bij het maken van keuzes met betrekking tot mezelf en mijn werk.’

En een ander: ‘De zoektocht was niet altijd even makkelijk en soms zat ik er goed doorheen. Bij hem kan en mag je jezelf zijn, is er ruimte om te dromen, te mopperen en je ambities na te streven.’

Mag ik je begeleiden bij het ontdekken van je eigen kracht en het geloof in je eigen kunnen? Ik hoor graag van je. Het eerste oriënterende (online) gesprek is gratis.

Wil jij ontdekken wat je in je mars hebt?


    Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Privacybeleid en de Servicevoorwaarden van Google zijn van toepassing.