Skip to main content
We leven in een tijd waar het er steeds meer op lijkt dat de behoefte aan ruimte een soort verdediging en/of wapen is geworden. Een samenleving in beweging waar veel mensen in de knel lijken te zitten met de ruimte.
Toen laatst iemand in mijn familie zei : “Ik heb voorlopig ruimte nodig!” , betekende dat een aanzet voor mezelf tot reflectie en overdenking van die toch pijnlijke boodschap. Wanneer ik verder om mij heen luister naar het nieuws, de persconferenties, gesprekken met cliënten dan lijkt de roep om “ruimte” te gaan over; het niet krijgen, het meer willen hebben, het niet gunnen en het niet willen respecteren. In gesprekken met cliënten speelt het begrip ‘te weinig ruimte krijgen op de werkvloer en binnen het privé domein. Alleen valt op dat in de laatste situatie de nuances anders lijken te liggen. Verder in gesprek met mensen over de issues rond ruimte lijkt het ook lastig om het concreet te krijgen.
Wanneer speelt het? Bij wie? Wat doet de ander op dat moment of juist niet? Wat is dat dan, ik heb ruimte nodig?

Wat is de betekenis dan wel van: ruimte willen hebben?
Wat onderzoek leert is dat: “Ik heb ruimte nodig” een betekenis kent van: weglopen van een realiteit die ervaren wordt. Het weglopen heeft dan in eerste instantie vaak te maken met het vermijden van gevoelens of ervaringen die oncomfortabel zijn. Die ruimte is geen wetenschappelijk en/of meetbaar gegeven maar puur een ervaring. Een ervaring van ruimte die elk individu anders ervaart. Dan wordt het uiteindelijk ook wat makkelijker te begrijpen dat ‘ruimte nodig hebben’ draait om het hebben van de vrijheid te zijn wie je bent, of denkt dat je bent of zou willen zijn. En dat je denkt, dat dit niet kan in de buurt van die anderen en/of in de situatie waar je bent.

Wat kunnen we dan met die nationale roep om ruimte?
Die nationale roep om ruimte is op kleinere schaal misschien wel een wat pijnlijke individuele strijd van de schaamte binnen de kwetsbaarheid. De innerlijke strijd van autonomie versus gezamenlijkheid. Het ook wel typisch Nederlandse: ik wil samen met je zijn en ben bang mezelf te verliezen. Wanneer we die innerlijke drang naar ruimte ervaren, of misschien wel de boosheid als die ander die ruimte niet gaf zouden we onszelf en die ander een gunst bewijzen door onszelf de volgende vragen te stellen:

Welke aanpassingen doe ik (mezelf aan), om toch te passen bij bepaalde mensen of situaties? Wat is het dat ervoor zorgt dat ik niet mezelf kan zijn bij bepaalde mensen of situaties? Waarom verstop ik mijn ware aard? Wat gaat er werkelijk schuil achter mijn behoefte aan ruimte?

Het stellen van deze vragen vereist uiteraard op de eerste plaats een behoorlijke dosis moed, laat staan dat het vinden van het antwoord erop stevig wat reflectie vraagt.

Weglopen en vermijding helpt, maar is altijd tijdelijk. Zeker als het is dat de ander de ruimte niet gaf. Het schept voor even wel ruimte om tot jezelf te komen en dat hopelijk later de keuze gemaakt kan worden wanneer zaken weer wat helderder zijn en er nagedacht kan worden over vragen zoals bovenstaand.
En bovenal hoop ik dat we ruimte kunnen vinden in de woorden die Nelson Mandela sprak op 10 mei 1994 tijdens zijn inwijdingsspeech:
  “We are born to make manifest that is within us. It is not just in some of us; it is in everyone. 
And as we let our own light shine, we unconsciously give other people permission to do the same.”
 
Leestips
De magie van het perspectief
Wat ontdek je als je ook hoort wat er niet gezegd wordt
Meditatie wat doet het echt met ons
Wanneer had u een goed gesprek over werkdruk en werkstress
Van stress tot burn-out en vice-versa
Mbti tests geven waardevolle kennis voor managers